Jayema
Adresgegevens
Noomen: "Jayema is opgenomen omdat een (waarschijnlijke) bewoner in het midden van de 15de eeuw in een vetecontext voorkomt. Hoewel de precieze eigendomsgeschiedenis niet zeker is, is wel duidelijk dat de Jayema's zich aan het einde van die eeuw bevonden op het grensvlak van adel en eigenerfden."
"Dat Jayema iets meer was dan een "gewone" boerenplaats kan ook worden afgeleid uit het feit dat de bewoonster van Jayema, namelijk Siowck, weduwe van Syuert te Jayama, ook in 1497 een conflict met de Botnia's had, deze maal rond de betaling voor een statussymbool als de zwanenjacht."
"In 1640 en later was de state een pachtboerderij; in 1850 lag er nog een gracht omheen."
SIF: "In 1462 overleed hier Schelte Jaijema aan een wond die hij had opgelopen tijdens een tweekamp te Marrum op Palmzondag met Tjalling Sythijema. Die had eerst de partij van de Vetkopers aangehangen, maar veranderde op zeker moment van inzicht en werd een van de aanvoerders van de Schieringers. Schelte Jaijema kreeg rond 1461 een geschil met deze Tjalling Sythiema. Op Palmzondag van dat jaar daagden zij elkaar uit tot een tweegevecht in Marrum, met als gevolg dat Tjalling dodelijk gewond raakte en stierf. Schelte was echter in een knie geraakt en overleed later door koudvuur in die wond.
Cannegieter schrijft in 1850: "bestaat sedert onheuglijke jaren niet meer, en is thans eene boerenplaats, welke zich door niets van andere onderscheidt".
"Van de stins is niets terug te vinden."
(bron: Jan Leemburg; D. Cannegieter, Geschiedkundige herinneringen van Hallum, artikelen in de Friesche Almanak van 1851 en 1852; Archief J. Leemburg ).